Wie is Jan de Bakker?

Jan de Bakker is in 1499 in Woerden geboren. Zijn vader is koster. Jan kan goed leren en prachtig zingen. Zijn vader laat hem in Utrecht leren voor priester. Daar wordt hij een leerling van Hinne Rode, een volgeling Maarten Luther. Maarten Luther is één van de grote kerkhervormers.

De vader van Jan haalt zijn zoon van school, als hij hoort dat Hinne Rode een ‘ketter’ is. Vader is bang dat Jan ook de leer van de kerk veroordeelt. Terug in Woerden wordt Jan meester. Hij leert de kinderen niet alleen lezen en schijven, maar ook psalmen en verhalen uit de Bijbel. Jan vertelt vooral over de Heere Jezus, Die alleen kan verlossen van de zonde. Niet door goede werken, zoals in de kerk wordt geleerd, en niet door een aflaatbrieven, die door de kerk wordt verkocht, krijg je vergeving van zonden.

Raam Jan de Bakker
Het Jan de Bakkerraam in de Pe-
trus kerk in Woerden

Jan gaat in Leuven studeren aan de priesteropleiding. Korte tijd is hij priester in Jacobswoude, een dorpje bij Alphen aan de Rijn, maar al snel wordt hij priester in Woerden.

De preken van Jan worden gewaardeerd. Hij preekt dat de mensen de Heere Jezus nodig hebben om zalig te worden. Spoedig wordt Jan om zijn leer gevangen genomen. De inwoners van Woerden eisen de vrijlating uit het kasteel van priester Jan.

Jan komt vrij, maar is nergens meer veilig. Na een rondreis vestigt hij zich opnieuw in Woerden. Hij mag niet meer preken. Hij trouwt in het geheim met zijn buurmeisje en wordt bakker. Hier komt de naam Jan de Bakker vandaan. Als de fouten in de kerk niet worden aangepakt, kan Jan niet langer zwijgen. De Bijbel heeft het hoogste woord, niet de kerk. Jan legt de vinger bij de fouten van de kerk en wijst op belang van het luisteren naar het Woord van God.

Jan wordt opnieuw gevangen genomen en naar Den Haag gebracht. Een priester bezoekt Jan om hem op andere gedachten te brengen. Als dat niet lukt, wordt Jan veroordeeld tot de brandstapel. Als hij naar de brandstapel wordt gebracht, roept hij naar zijn medegevangenen:  “Ik ga u voor”. Zijn vrienden weten dat hij naar Zijn hemelse Vader gaat. Vanuit de gevangenis zingen zij hem achterna: “Wij loven U, o God, wij prijzen uwe Naam”!  In 1525 wordt Jan de Bakker om het geloof verbrand.