De boer op

We gaan naar Boer Bert. Wat hebben we geluk. Bijna alle kinderen zien een kalfje geboren worden.

Bij Boer Bert verzamelen we in de stal. Dat is leuk: we zien meteen al schapen met een paar lammetjes. Dat is heel bijzonder, want door de ziekte Blauwtong kregen sommige schapen niet eens lammetjes. Juf Janneke vertelt dat we moeten lopen in de stal, anders schrikken de koeien van ons. We lopen langs de melktank, die staat buiten en wat is tie hoog! Voor de melkput ( dat is de plek waar de boer de koeien melkt) staat een nepkoe. Die koe mogen we straks proberen te melken. Jammer hoor: er komt alleen maar water uit de vier spenen. Dan gaan we naar de grote stal en wat zien we daar? Een koe gaat een kalfje krijgen, we zien al een stukje van de voorpootjes. Als we weer in de stal terug zijn, horen we dat we opdrachten gaan lezen en gaan uitvoeren. We komen langs bij de kalfjes, de trekkers, we melken de koe en dan: wordt het kalfje geboren. We staan boven de stal, dus we zien het extra goed. De moeder koe begint meteen het kalfje schoon te likken. Zou dat lekker smaken? Het kalfje probeert al snel of het kan staan. Wat jammer: we hebben geen tijd om te wachten tot het kalfje staat. Juf Janneke wil graag dat we terug komen in de andere stal. Daar eten we onze pauzehap op en dan gaan we weer terug naar school.