Groepsindelingen komend cursusjaar

Volgend jaar worden de groepen 2 en 5 (nu groep 1 en 4) gesplitst en worden er combinatiegroepen gevormd. In dit artikel leest u daar meer over.

Het team heeft tijdens een studiemiddag de volgende conclusies getrokken, die van belang zijn voor volgend jaar:
1. De ervaringen met groep 2/3 zijn positief, en de verwachte voordelen blijken realiteit te zijn. Daarom voorkeur voor het opnieuw vormgeven van een groep 2/3.
2. De huidige groep 2/3 met 35 leerlingen is te groot om als groep door te laten gaan naar de middenbouw. Bij de vorming van nieuwe combinatiegroepen sturen we op groepen van maximaal 30 leerlingen groot.
3. De grootste belasting ligt momenteel in de onderbouw. Op dit moment zijn er 68 leerlingen in 2 groepen in de onderbouw en dat is te groot. Het is verstandiger om volgend jaar wat meer lucht te creëren in de onderbouw, door meer leerlingen in te delen in de middenbouwgroepen die momenteel 18-20 leerlingen groot zijn.

Aan de hand van deze principes zijn er een aantal opties gevormd en is de volgende keus doorslaggevend gebleken:
Groep 0/1: tot 22-25 leerlingen
Groep 1/2: 21-24 leerlingen (5-8 ll. uit groep 1 en 16 ll. uit groep 2)
Groep 2/3: 22 leerlingen (8 ll. uit groep 2 en 14 ll. uit groep 3)
Groep 4/5: 30 leerlingen (20 ll. uit groep 4 en 10 ll. uit groep 5)
Groep 5/6: 29 leerlingen (10 ll. uit groep 5 en 19 ll. uit groep 6)
Groep 7: enkelvoudige groep (25 ll.)
Groep 8: enkelvoudige groep (27 ll.)

Overwegingen:
– In bovenstaande opzet worden er twee groepen gesplitst die in het jaar daarvoor bij elkaar in de groep zaten. Groep 2 en groep 5. Dit zijn wat ons betreft de meest geschikte groepen om te splitsen en wel om de volgende redenen:
Het voordeel van de splitsing bij de kleuters is dat we een extra kleutergroep hebben en daarmee lucht geven aan de kleutergroepen.
Het voordeel van de splitsing van groep 5 (de huidige groep 4) is dat we denken dat het het groepsklimaat in die groep ten goede komt als de groep wordt gesplitst.
– In bovenstaande opzet houden we rekening met alle drie de bovengenoemde principes, waarbij de onderbouw wat meer ruimte krijgt in de groep en waarbij er in de bovenbouw geen groepen groter dan 30 zijn.
– In het geval we verder krimpen en in de toekomst teruggaan naar 6 groepen is dat bij deze optie eenvoudig. In dat geval gaan we terug naar twee kleutergroepen, zoals we dat altijd al hadden, en verandert er in de bovenbouw niets.
– Bij deze optie is het idee dat we vanaf groep 4 geen veranderingen meer aanbrengen in combinatiegroepen. De kinderen van groep 5 die worden gesplitst, blijven de komende jaren gesplitst. Op het moment dat de helft van de groep is uitgestroomd naar het VO (in groep 8), blijft er een groep van 10 leerlingen over en kiezen we er dus voor om de groep in groep 8 weer bij elkaar te zetten.
– Bij deze optie kunnen de groep-2 leerlingen uit groep 2/3, op sommige momenten geplaatst worden bij de groep-2 leerlingen uit groep 1/2. Hier is in de groepsgrootte rekening mee gehouden.
– Een ‘onderdompeling’ in combinatiegroepen, door met 5 combinatiegroepen van start te gaan, geeft ons mogelijkheid om de vorming van combinatiegroepen prioriteit te geven op studiemiddagen en hier veel tijd voor te reserveren.
– Volgend jaar is het ideale jaar om te starten met meerdere combinatiegroepen, vanwege de NPO-gelden. Deze NPO-gelden zorgen voor heel veel meer onderwijsassistentie, en de ervaringen uit groep 2/3 leren ons dat er vooral in het eerste jaar dat een combinatiegroep wordt gevormd veel onderwijsassistentie nodig is.

Bovenstaande situatie is voorgelegd aan de MR, waarbij de MR benadrukte dat het belangrijk is dat de school in de komende jaren zo min mogelijk wisselingen aanbrengt in de nieuw gevormde combinatiegroepen.
Verder hebben we een aantal vragen van de MR ontvangen, die we hieronder afdrukken:

1. Waarom groep 1 en 4 (volgend jaar 2 en 5) splitsen? De splitsing gaat verder dan de klas. Immers, in de kerk en op club zitten ze ook bij elkaar.
Antwoord: We willen groep 2/3 graag in stand houden. Dat betekent dat we twee keuzes hebben. Of grotere groepen in de onderbouw (door de huidige groep 3 en 4 te splitsen), of grotere groepen in de middenbouw (door de huidige groep 1 en 4 te splitsen).We denken dat de impact van onze huidige keuze het kleinst is, omdat groep 3 (een hechte groep) bij elkaar kan blijven en er in de onderbouw ruimte blijft voor onvoorziene aanmeldingen van nieuwe leerlingen.
In groep 1 wijzigt er sowieso van alles i.v.m. groep 0 dus daar is splitsing geen groot issue.
Daarnaast is een bijkomende overweging dat er in de huidige groep 4 veel dynamiek is in de groep, wat zowel door kinderen als leerkrachten wordt ervaren als een uitdaging. Die dynamiek kunnen we nu doorbreken door die groep te splitsen waardoor de groepsvorming opnieuw plaatsvindt.

2. Groep 1/2 is qua verhouding uit balans. Daar kan voor de huidige groep 1 nog een pijnpunt zitten.
Antwoord: Naar aanleiding van het gesprek met de MR hopen we een groter deel uit groep 1 over te plaatsen naar groep 1/2.
Wel proberen we om groep 1/2 zo klein mogelijk te houden, zodat we soms het groep 2-deel uit groep 2/3 erbij kunnen plaatsen. Hierbij creëren we dus ruimte voor groep 3 om soms even alleen te zijn zonder dat hier direct een extra leerkracht/onderwijsassistent voor aanwezig moet zijn.

3. Hoe gaat het dan na volgend schooljaar? Wordt er dan weer gehusseld?
Antwoord: De intentie is dat de groepen 2/3, 3/4 en 4/5 niet meer van samenstelling wisselen. Voor de lagere klassen kunnen we daar nog geen uitspraak over doen maar dat vinden we dat ook minder urgent omdat kleuters over het algemeen weinig moeite hebben met een nieuwe groepssamenstelling. In de onderbouw wisselen de groepen altijd van samenstelling i.v.m. versnellende en doublerende kinderen, dus dat hangt in die groepen nog af van de aantallen in hoeverre er opnieuw moet worden samengesteld.

4. Wat vinden de leerkrachten ervan?
Antwoord: In het team zijn drie keuzes gepresenteerd. Deze keuze steekt er met kop en schouders bovenuit en er is draagvlak onder het team voor dit besluit. Collega’s voelen aan dat het niet haalbaar is om drie groepen met max. 20 leerlingen in stand te houden, ten koste van andere groepen met 34/35 leerlingen.

5. Wat de MR heel positief vindt is de groepsgrootte, die is in alle groepen echt prima!
Antwoord: Dat vinden wij ook erg fijn.

Tenslotte hebben we als team de volgende aandachtspunten geformuleerd bij de vorming van combinatiegroepen:
– Elementen uit werkwijze groep 2/3 doorvoeren;
– Doorgaande lijn creëren;
– Planbord gebruiken in hogere groepen;
– Geven van instructie aan een combiklas;
– Onderwijsassistentie, hoeveel inzet en hoe ingezet;
– Zaakvakken; Hoe doen we het qua leerstof;
– Investeren in thematisch/praktisch onderwijs.

Heeft u nog verdere aandachtspunten voor ons dan horen we dat uiteraard graag. U kunt uw reactie eenvoudig achterlaten via dit formulier.