Nederland is in een lockdown. Ook groep 6 van de Jan de Bakkerschool moeten thuiswerken. Voor veel kinderen, ouders en leerkrachten valt dat niet mee. Daarom wat tips vanuit de klas.
De werkplek
Een rustige, geordende werkplek maakt dat kinderen zich beter kunnen concentreren. Veel zoekwerk is te voorkomen door materialen een vaste plek te geven. Een eigen plank, doos of krat kan daar bij helpen. Aan het eind van de ochtend kan dan alles ook snel opgeruimd worden, zodat thuis weer lekker een plek om te ontspannen is.
De planning
Op de website wordt per dag een dagplanning gezet. Door samen de dag met de Bijbel te starten, leert het kind dat Gods Woord vóór alle dingen gaat. Het heeft bovendien een samenbindend effect. Daarna gaat ieder met de eigen taken aan de slag. De volgorde van die taken ligt niet vast. Voor een goede start moet eerst de dagplanning doorgenomen worden. Waar ga je mee beginnen? Hoeveel tijd heb je daarvoor nodig? Vooraf een plan maken, stimuleert het kind zijn aandacht goed op de taak te richten. Achteraf kan dan gezien worden of de inschatting juist was. Het geeft erg veel voldoening als daar een compliment op volgt.
Ontspannen
Bewegen is voor kinderen erg belangrijk. Vooral als ze intensief met een taak bezig zijn geweest is het goed om even te ontspannen. Kleine spelletjes met bewegen zoals ‘Alle vogels vliegen’ of bewegingsliedjes als ‘Hoofd, schouders, knie en, teen’ maken hun hoofd leeg, zodat ze met nieuwe energie aan de volgende taak kunnen beginnen. Oudere kinderen vinden het ook leuk om m.b.v. een stopwatch te bewegen. Opdrukken, looppas op de plaats, touwtje springen zijn allemaal bewegingen die je in 1 minuut kunt uitvoeren. Om het extra leuk te maken kan er een beweegdobbelsteen gemaakt worden. Op elk vlak van de kubus moet dan een beweging geschreven worden die één minuut uitgevoerd kan worden.
Stimulans
Complimenten krijgen is leuk. Het stimuleert om je schouders onder een taak te zetten. Toch is niet elk compliment goed. De beste complimenten gaan over de werkhouding of het leerproces, zoals: ‘Wat goed dat je zo doorgewerkt hebt’. Of, ‘Wat knap dat je bleef proberen toen je het moeilijk vond’. Of, ‘Fijn dat je zelfstandig je spullen hebt gepakt’. Ook is het goed om vooraf te vragen wanneer het kind tevreden is. Kinderen moeten niet alleen tevreden te zijn als er geen fouten zijn gemaakt, want fouten maken hoort bij leren. Fouten maken mag, als je er maar van leert! Het doel is uiteindelijk dat je de nieuwe leerstof gaat begrijpen. Zo wordt het leerproces zichtbaar. Leren is groeien. Dat kan op school en ook thuis.