Uilskuiken in de klas?

Ja, het is echt waar! Er komt vandaag een uilskuiken in onze klas. Na de kleine pauze is het zover. Wat zit daar nu in een krat op de voorste tafels? Mikki, het uilskuiken! Hij kijkt parmantig rond vanuit de krat. Heeft iemand een lekker hapje? Cassandra, de vogeltrainer, geeft hem stukjes kip. Nu weet Mikki dat het ‘oké’ is in groep 4! Uilskuiken Mikki is met Cassandra, de vogeltrainer van Uil Topia, meegekomen. Zij geeft ons vandaag les over uilen en roofvogels. Deze les vindt plaats in het kader van ons BTW (Betekenisvol Thematisch Werken) thema ‘vogels’.

Uilen en een roofvogel

Cassandra heeft, met hulp van haar stagiaire, een aantal uilen en een roofvogel meegebracht. Even voorstellen: Mikki, de jongste uil. Dan hebben we Scott, de witwangdwergooruil. En Luna, de kerkuil. Hij is al zeven jaar oud. En de laatste vogel is geen uil, maar een roofvogel. Arrow is een klein torenvalkje.

Snel of geruisloos vliegen?

De vogeltrainer legt ons van alles uit over deze vogels. En we leren dat vogels met puntige veren heel snel kunnen vliegen. Uilen hebben juist veren met ronde punten aan de bovenkant. Hierdoor kunnen ze niet zo snel, maar wel geruisloos vliegen! Cassandra laat ons het verschil horen door met beide veren wapperend door de klas te gaan. We moeten wel heel stil zijn!

Zijn uilen nachtdieren?

Cassandra vraagt: “Wie denkt er dat uilen nachtdieren zijn?” De meeste vingers gaan omhoog. “Fout!” Uilen zijn wel nachtjagers, maar geen nachtdieren. Uilen kunnen overdag ook prima jagen. Uilen hebben een zwarte pupil die zich aan kan passen aan de lichtsterkte. De ogen van de uil zitten vast en kunnen niet draaien. Maar hun kop kan wel heel ver draaien. Cassandra laat met haar arm zien hoe ver de uil zijn kop kan draaien. Horen kunnen uilen ook heel goed. Wij proberen ook beter te horen door onze handen als kommetjes achter onze oren te leggen.

Wat leren we nog meer?

We zien wat er allemaal uit een braakbal komt en we mogen voelen aan eieren. Er is ook een skelet van een uil. We leren waarom we een uil niet mogen aaien. Vogels hebben een vetlaagje op hun veren. Door de vogel te aaien, gaat dit vetlaagje van hun veren af. Hierdoor kan de uil dood gaan. Tot slot doen we het voelspel. Een kind moet, met de ogen dicht, raden wat hij of zij uit de voelzak haalt. De rest van de klas mag dat kind een tip geven. Wat helpen we elkaar goed!

Geniet u mee?

Wij hebben enorm genoten van deze educatieve les. Op de foto’s een impressie van de educatieve les. Geniet u mee?!