Hoe het gesprek bij het Bijbelverhaal verliep vanmorgen

Graag wil ik u deelgenoot maken van een mooi gesprek voor en na het Bijbelverhaal vanmorgen.

Voor het Bijbelverhaal vroeg ik wie er wel eens een bruid en een bruidegom heeft gezien. Een paar vingers vlogen de lucht in. Een paar kinderen zijn wel eens bij een oom en tante op de trouwdag geweest. Ook zijn er een paar kinderen waar thuis een schilderij (lees: foto) hangt, waar papa en mama op staan toen ze trouwden.

‘Mijn mama maakt wel eens foto’s op een trouwdag’, vertelde iemand. Daarop vertelde een ander dat zijn papa en mama in het bos gingen trouwen en dat hun tante toen kwam oppassen. ‘Op wie moest je tante passen?’ ‘Op ons, want wij waren thuis’.

‘Een bruid heeft een mooie jurk aan en een sluier op haar hoofd’, zag iemand. De bruidegom een ‘witte blouse en een wit pak’. De luistervraag van de juf: ‘Luister maar wat er met de sluier gebeurt in dit verhaal’.

Tijdens het verhaal stond de gehoorzaamheid van Rebecca aan de Heere en de liefde van Izak voor zijn vrouw centraal.

Waaruit bleek nu de liefde van Izak voor Rebecca? We keken naar de foto’s die we maakten bij het bespreken van de Psalm afgelopen maandag. Hij was aardig voor haar en hielp haar. Ze deden dingen samen, zoals bidden. Wat was het fijn in de tent van Izak en Rebecca!

We merkten wel hoe belangrijk het is hoe we met elkaar omgaan, ook in de klas. We zongen daarna de psalm van deze week, die er zo mooi bij paste: Waar liefde woont, gebiedt de Heer de zegen. De kinderen spraken elkaar er vandaag op aan: ‘Nou, dat is echt niet aardig hoor, als je dat zegt!’. Nu nog leren om te zien en het te benoemen als iemand wel aardig is.